De buien begin december brengen gek genoeg eerder beperkte hoeveelheden sneeuw in de typische Nordstau-gebieden (Bregenzerwald, Kleinwalsertal, Arlberg, Ausserfern,…). Verder naar het oosten is het – zonder super te zijn – beter gesteld.
Onze stilaan traditionele “mid-december ski slash toerski slash freeride” –seizoensopening vond afgelopen (verlengd) weekend plaats in de omgeving van Obertauern (Salzburg).
Dit dorpje – gelegen op een pas (1.700 m) – trekt zowel sneeuw van het zuiden als het noorden aan. Het is bij verse sneeuw één van Oostenrijks buitenpiste-pareltjes. De hevige windbuien zorgen er voor dat het lawinegevaar regelmatig om de hoek komt kijken.
Het heeft al enkele dagen niet meer gesneeuwd. Mijn suggestie om ons veeleer op tochten dan op afdalingen te concentreren wordt zonder morren geaccepteerd. “Variantenfahren” in een doorploegde flank is immers niet zó super interessant.
Donderdag
Na een nachtje rijden stappen we richting Südwienerhütte voor onze eerste tocht. Het weer is alvast perfect: stralende zon en geen wolk(je) te bespeuren. Vanaf de hut heb je als toerskiër “l’embarras du choix”. Doorgaans trekt men van hieruit naar de Pleisslingkeil of Spirzinger.
Wij verlaten de sporen en zoeken onze eigen weg richting Höllkopf 2.194 m. Het laatste stuk naar de top is meer dan pittig. Op de limiet van wat zonder stijgijzers nog net verantwoord is.
De afdaling is verrassend goed… Nergens echt supersneeuw… maar ook nergens plaatsen waarvan je denkt:“Hier kan je niets mee aanvangen”. Ideaal terrein om de Cham 87 – die ik van François mag testen – te laten werken.
Vrijdag
Na een deugddoende nacht in Tweng stappen we richting Grosse Kesselspitze 2.361 m. Na nauwelijks 200 hm roept Koen ons een halt toe. “Ne zweepslag in mijn kuit.”
Eerst denken we aan wat ordinaire krampen maar het blijkt effectief een spierscheur(tje) te zijn. Een stapbeweging omhoog gaat niet. Skiën daarentegen blijkt wel te lukken. Over de brede weg keert Koen terug om een dokter op te zoeken.
Met z’n drieën trekken we verder. Het is warm… de Salewa-softshell (campz.be) verdwijnt snel in de rugzak. De beklimming is best mooi maar aan de sporen te zien behoorlijk populair bij “Einheimischen”.
Boven de Gastalm bemerk ik heerlijke flanken met schijnbaar door de zon en wind nauwelijks beroerde sneeuw.
Vanaf de top skiën we niet rechtstreeks over het afdalingsspoor naar beneden. Neen, via een traverse onder de Stichelwand trachten we tot boven de zo aanlokkelijke flanken te komen. Afstand houden… hier is het even opletten geblazen !
We komen perfect uit boven de hogervermelde helling. Een paar honderd hoogtemeters prima sneeuw krijgen we voorgeschoteld. Onverspoord… soms een klein voetbalveld breed.
Natuurlijk heb ik zin om nog eens aan te vellen en weer naar boven te trekken. Maar het alternatief – “Radler und Sauna” – is natuurlijk ook niet te versmaden.
Zaterdag
Koen heeft een nieuwe afspraak bij de dokter. Als het een beetje meezit mag hij op de piste “proberen”.
De hotelwirt bezorgt ons de sleutel van een slagboom die de poort vormt tot een valleitje dat enkel toegankelijk is voor “de locals”. Koen brengt ons tot aan het startpunt van een stevige tocht : de Schwarzeck 2.639 m.
Deze route is niet gespoord. De omgeving is weerom mooi. Het traject is boeiend en de zon is voor de derde dag op rij van de partij.
De laatste 200 hoogtemeters zijn de “Harscheisen” een dankbaar hulpmiddel. Op hoogte heeft de wind volop vrij spel gehad. Ofwel is alles weggeblazen ofwel zijn diep ingefreesde zastrugis gevormd. Aardig om te zien… maar rot om over te skiën.
We kiezen unaniem voor een afdalingsvariante. Daar we op de piste in Obertauern een “privé-taxichauffeur” tot onzer beschikking hebben stelt dit bovendien geen logistieke problemen ;-).
Op de top bestuderen we kaart en topo. Verder informeren we even bij een vriendelijk koppel dat uit de andere vallei naar boven is gestapt. Op basis van de verzamelde gegevens vinden we weerom een eigen variante die de balans avontuur/plezier mooi in evenwicht houdt.
Zondag
Deze ochtend staat er nog een half dagje Pistenfahren op het menu. Dankzij zijn gisteren verworven gebiedskennis loodst Koen ons naar alle uithoeken van het gebied.
Op mijn interne harde schijf sla ik overal de “hors piste”-mogelijkheden op… Gegarandeerd zien ze me hier nog terug.
Om 13.30 h zitten we nog op het terras in het zonnetje met prachtig zicht en dito bediening. Nauwelijks een half etmaal later… om 05.30 h gaat de wekker af…: “Die Arbeit ruft”.
Wim, Jan, Koen… merci voor de fijne trip. Voor meer foto’s: facebook :-).
Peter