L’histoire du refuge…

Tijdens onze klimvakantie in de Vanoise beleefde ik met Ruben een heel bijzondere huttenavond :

DSC05626

Ruben en ik zijn al enkele dagen op stap in het Parc National de la Vanoise. Met o.a. de Grand Casse en de l’arrête du soleil op de Point de Labby realiseerden we al enkele mooie beklimmingen.

Na een halve rustdag in Bourg-Saint-Maurice stappen we richting Refuge Robert Blanc. De streek hier in de omgeving van de Col de Roselend vormt de overgang tussen de groene valleien van de Vanoise en het ware hooggebergte van het Mont Blancgebied.

Bijna boven trekt het dicht. Een zacht buitje wordt ons deel. In de wolken doemt de refuge op. Wow… best een mooie constructie.

DSC05752

In de hut is het rustig. Een jong koppeltje, drie ouderlingen, mijn zoon en ik. De vorige dag was het hier blijkbaar “volle bak” ; de befaamde UTMB (*) trok voorbij.

Het najagen van een palmares, het doorstrepen van nog maar eens een beklimming van één of ander lijstje is nooit mijn betrachting geweest. De wetenschap en de zelfkennis dat ik eerder een matige allround alpinist ben, speelt hierbij zeker een rolletje. Natuurlijk zijn er routes “die ik wel eens graag zou willen doen”. Maar de bergen zijn voor mij zoveel meer dan dat: de natuur, de cultuur, het fysieke aspect, de eenzaamheid, het onbekende, het niet alledaagse, de vriendschap, anderen blij maken, een stukje geschiedenis ook… (vooral) dat maakt voor mij deel uit van de belevenis.

En wat die geschiedenis betreft… ergens zegt de naam Robert Blanc me iets. Als zo vaak heb ik de klok wel weer horen luiden maar weet niet meer waar de klepel hangt. De leeftijd? Deze avond zal de “histoire” van Robert Blanc ons van naald tot draad duidelijk worden.

Robert Blanc

Zoals gebruikelijk in Franse hutten worden de gasten bij het avondmaal samen gezet. Eerst volgen de klassieke vraagjes: En waar komen jullie vandaan? “Ah… des Belges.” Wat hebben jullie al gedaan? “Ohlala… le Grand Casse.” Plannen voor morgen?

Zelf verhaal ik wat over onze negatieve ervaringen met “les saucissons savoyards” en over mijn afkeer voor “andouillette”. Mijn uitspraak “ce qu’on met dans le saucisson… chez nous on le jette dans la poubelle” zorgt voor de nodige hilariteit.

Andouilette

De drie bompa’s laten ons een gokje wagen naar hun leeftijd. Het blijkt respectievelijk 86, 80 en 75 (de snotneus) te zijn. Deze trois vieillards kunnen mijn geheugen aangaande Robert Blanc zeker opfrissen.

Robert Blanc was een jonge, gedreven gids en een uitstekend skiër. Samen met o.a. zijn broers had hij het idee opgevat om – in navolging van andere gebieden – hier in de regio een skistation (Les Arcs) uit te bouwen. Een skistation dat rijkdom zou bezorgen aan de ganse vallei.

Les Arcs

Op 34-jarige leeftijd komt Robert Blanc – als hoofd van de reddingsdienst – tijdens een reddingsactie om het leven door een lawine . De lokale gemeenschap is in diepe rouw.

Robert Blanc had reeds plannen opgevat om op de plaats waar nu de hut staat een refuge te bouwen. Dat was volgens hem de enige plaats waar ze echt beschut zou zijn tegen steenslag en lawines. Samen met een bevriende architect werden de plannen al quasi in definitieve vorm gegoten.

Na zijn overlijden zorgde de gemeente voor de nodige fondsen en werd het plan “ter ere van Robert Blanc” gerealiseerd.

Ik merk hoe de oudste van de drie met ingetogen emotie het verhaal vertelt. Geboeid volgen we het relaas. Hijzelf blijkt de bevriende architect te zijn. De man naast hem aanhoort alles met blinkende ogen. Hij is de broer van Robert… én jaar en dag de directeur van “Les Arcs” geweest.

Jaarlijks komen ze rond deze periode van het jaar naar boven om hun vriend en broer te gedenken. In de hut hangt een enorm portret van de onfortuinlijke Robert. Ze zijn hier kind aan huis. We genieten mee van de wijn die hen wordt aangeboden. Ruben zegt niet veel. Zonder woorden spreekt zijn gelaat echter boekdelen: “Papa, dit is wel een bijzondere avond !”

Beetje onder de indruk keuvelen nog wat verder. Ruben tokkelt wat op de gitaar van de gardien. Onze tafelgenoten maak ik duidelijk dat hij ook een mooie stem heeft… “mais parfois il a besoin d’un peu d’encouragement” .

Met Bob Dylans originele versie van “Knocking on heavens door” tracht Ruben een bruggetje te maken tussen wat hij kent en wat bij hen een “déja entendu”- Erlebnis oproept. “Ah de la musique”… ook dat krijgen we er nog bij.

Ze vragen Ruben om ook “iets moderns” te brengen. Vrolijk tikken ze mee op zijn akoestische mix van “Get Lucky” (Daft Punk) en “Love me again” (John Newman).

Fantastisch om te zien hoe hier boven in de hut een 18-jarige knaap dezelfde taal spreekt als een 80-plusser. Dit kan enkel in de bergen en tussen “vrais montagnards”. Veel later dan gepland trekken we naar onze dortoir.

DSC05800

De volgende dag volgt voor ons nog een mooie beklimming. Maar meer dan deze tocht blijft de huttenavond in ons geheugen gegrift.

En ter informatie… de 800 hoogtemeters van de parking naar de hut werd door het trio in minder dan drie uur afgelegd. Diep respect. De broer van Robert weigerde ’s avonds kip bij de maaltijd. “Niet té veel eten… morgen moeten we enkel maar wat naar beneden stappen.”

Peter

(*) Ultra Trail du Mont Blanc, een tochtje van 168 km en bijna 10.000 hm op en af. Door de winnaar afgelegd in een dikke 20 uur.